Vier filosofen om je te begeleiden bij je goede voornemens

Goede voornemens vallen nooit mee. Gelukkig is er een filosofische traditie die erbij kan helpen. Zelfs als het je (weer) niet lukt.

Goeie voornemens – you’ve gotta hate’em. Toch beginnen veel mensen er elk jaar weer aan – jij misschien ook. Dit jaar hebben we een aantal filosofen uitgezocht die je kunnen bijstaan. Ook als je je voornemens (weer) niet gaat halen.

1. Vooraf

Het is natuurlijk niet de eerste keer dat je begonnen bent met goede voornemens. Goeie kans dat je vorig jaar ook al iets probeerde en goeie kans dat het mislukt is. En elk jaar heb je weer genoeg geloof om eraan te beginnen.

Misschien moet je daarmee ophouden: echt denken dat het gaat werken. En gelukkig is er dan Augustinus. Weinig filosofen zijn zo druk bezig geweest om te laten zien dat de mens van nature slecht is dat echte verbetering je nooit zal gaan lukken.

Lekker dan, denk je misschien. Maar er zit ook een voordeel aan: de verwachtingen blijven lekker laag. Kijk maar gauw het filmpje dat Alain de Botton maakte over Augustinus:

2. De moed begint je in de schoenen te zinken

Je bent al even bezig, maar het is moeilijker dan je dacht. Je hebt nog geen grote fout begaan maar een peptalk zou je kunnen gebruiken. Karl Marx gaat je helpen.

Maar Marx heeft een hekel aan theoretisch geouwehoer. Filosofen doen het, religieuze mensen doen het, eigenlijk doet iedereen het. Als we niet oppassen zijn we de hele dag bezig (via Facebook bijvoorbeeld) om ons eigen wereldbeeld te bevestigen. We lezen de kranten waar we het van tevoren al ongeveer mee eens zijn, we volgen pagina’s die zeggen wat wij denken en we kijken alleen naar TV die in ons straatje past. Het is als een drug die je ogen sluit voor de echte wereld, zegt Marx. Vandaar zijn beroemde quote:

‘religie is de opium van het volk’.

Natuurlijk, Facebook, opium, drank en religie leveren fantastische ervaringen op. Maar het nadeel is ook duidelijk: het leidt af van de echte wereld, door te vluchten in een wereld die als een deken over je eigen wereld ligt. Jouw taak als mens, zegt Marx is anders:

‘Het komt er niet op aan de wereld te begrijpen, maar om haar te veranderen.’

Geef jezelf een schop onder je kont. Aan de slag. Al dat gepieker (en gelees!) over goede voornemens is maar afleiding. Verander je wereld! Vandaag nog! (meer over Marx in dit filmpje (2.5 minuut))

3. Ai. Je bent de fout ingegaan

Ongelooflijk. Gaat het weer mislukken dit jaar? Maar misschien is het nog niet te laat. Immanuel Kant helpt.

Je bent vaak geneigd je goede voornemens af te rekenen op of je ze gehaald hebt of niet. En als het niet gelukt is, reken je jezelf er weer helemaal op af. Maar Immanuel Kant roept je tot de orde. We leven in een wereld waarin veruit de meeste dingen die gebeuren, gebeuren om redenen die buiten onszelf liggen.

Als je een bepaald voornemen hebt (meer sporten, meer tijd voor je familie) dan zijn er legio dingen buiten jezelf die ervoor kunnen zorgen dat je het voornemen niet haalt (je raakt verlamd, je familie verhuist naar Australië, ik noem maar wat).

Als dat zo is, zegt Kant, dan is de intentie (het voornemen zelf) dus veel belangrijker om te hebben, dan de uitkomst ervan. Vertel dat jezelf op dit moment. Ja, je bent de fout ingegaan, maar je intentie was al veel belangrijker. Misschien geeft dat je kracht om door te zetten.

4. Je geeft op

Helaas, het is niet gelukt. Net als bij ieder ander die je kent trouwens. Wat jij nodig hebt, is een flinke shot determinisme van de Griekse filosofische school ‘Stoa’. Simpel gezegd houdt dat in dat het allang vast stond dat je zou falen. Alles staat al vast (zegt de Stoa. Wat jij vanavond op je bord hebt liggen staat al vast voordat je weet waar je zin in hebt.

Je sterfdatum staat ook al vast. En of je dit jaar verliefd wordt ook. De Stoa gaat een stap verder dan Kant. Als alles al vastligt, zeggen zij, dan is er voor jou maar één ding belangrijk: je eraan over geven. Het stomste wat je zou kunnen doen in een wereld waarin alles vaststaat, is ervan balen dat de dingen gaan zoals ze gaan (ook al zou die emoties ook al vaststaan natuurlijk).

Dit blog is ook voorbestemd (volgens de Stoa) en ook dat jij naar aanleiding hiervan gaat proberen je te verzoenen met hoe de dingen gaan. Ook als dat betekent dat je je goede voornemens niet hebt gehaald. Niet kwaad worden op jezelf, maar denken: ach nou ja, zo heeft het moeten zijn.

Jammer?

Ach nou ja, we wisten van tevoren dat het niet zou gaan lukken. En het is maar de vraag of je er met filosofie echt beter in zou worden. We sluiten af met een quote van Nietzsche. Een beetje cynisch misschien, maar wel lekker realistisch. Op een realistisch 2017!

Leven is lijden. Maar overleven is betekenis vinden in dat lijden.

De dag dat jij en ik zondig werden

De zonde – het houdt miljoenen mensen ‘s nachts wakker. Maar ooit werd het uitgevonden, zou je kunnen zeggen. Ook in jouw leven.

Misschien kun je je eerste zonde vast nog wel herinneren. Een snoepje jatten uit de kast van moeder. Of stiekem lang wakker blijven als je eigenlijk al moet slapen. Of erger.

Of je zegt: zonde? Wat maakt iets een zonde? Gaat het hier om echte fouten of om een aangepraat geweten?

Het antwoord op die (filosofische) vraag wordt door verschillende (religieuze) tradities uitgebreid behandeld. Meestal in verhaalvorm. Zoals in dit verhaal:

Adam en Eva…

…woonden in een perfecte tuin en hadden alles wat hun hartje begeerde. Als ze zich maar aan die éne regel hielden: niet eten van de ‘boom van kennis van goed en kwaad’. Lang verhaal kort, ze doen het toch. De eerste zonde ooit. Vanaf nu, suggereert het verhaal, wist de mens niet alleen wat goed was, maar ook wat fout was.

En sindsdien, zegt de christelijke traditie, zondigen mensen continu. Ook kinderen. Ongehoorzaamheid aan mensen of God, daar begint de zonde. En ja, een snoepje jatten hoort daar ook bij.

Er zijn boeken over volgeschreven. Over de mens, de zonde en God. En er is druk over gefilosofeerd, van Augustinus (rond 400) tot Nietzsche (rond 1900). Het idee ontstond dat zonde zò erg is, dat je er misschien wel eeuwig voor zou moeten boeten. In de hel.

Nietzsche en de boom

Maar de filosoof Nietzsche zegt iets anders. We zijn ‘voorbij goed en kwaad’, zegt hij. Want God is dood. En als God dood is, wie vertelt dan nog wat goed en kwaad is? Is een snoepje stelen kwaad? Of hebben we alleen maar last van een (aangepraat) geweten?

Je zou haast kunnen zeggen dat Nietzsche het verhaal van Adam en Eva tot een hoogtepunt brengt. Kennis van goed en kwaad voor de mens, maar dan echt. Want er is niemand anders meer die waarborgt wat goed en kwaad is (God is immers dood?), we moeten het zelf doen.

Adam en Eva (2)

Je kunt het verhaal van Adam en Eva ook anders lezen. Bijvoorbeeld op de manier die in de Joodse traditie voorkomt. Dan gaat het verhaal zo:

Adam en Eva, de eerste mensen staan voor jouw eerste levensjaren. Wat was je gelukkig. Wat had je weinig zorgen. Wat zag de wereld er interessant en boeiend uit. Totdat je dat snoepje stal. Of er gebeurde iets anders vreselijks. Je verloor iemand, je kreeg ruzie, mensen verlieten je.

En sindsdien had je kennis van goed en kwaad. Van het feit dat de wereld er niet zo mooi uitzag als je altijd dacht. Je bent misschien nog steeds bezig om je tot die boom van kennis te verhouden.

Meer

bekijk ook m’n blog: je bent gek als je niet in de hel gelooft

bekijk hier een filmpje over Augustinus’ ideeën over goed en kwaad (6,5 minuut)