Met Martin Heidegger in de ballenbak

Wie heeft er niet ingezeten? Småland,de ballenbak van de Ikea – een uitstekend voorbeeld om de filosofie van Heidegger te begrijpen.

Ballenbak

Wie heeft er niet ingezeten? Småland,de ballenbak van de Ikea – een uitstekend voorbeeld om de filosofie van Heidegger te begrijpen.

Screen Shot 2015-08-11 at 5.31.52 PMStel jij bent vijf en je ouders nemen je mee naar de Ikea. Ze laten je achter in Småland en gaan zelf de winkel in. Het blijkt er erg gezellig en je vermaakt je prima met de kinderen die je tegenkomt. Maar na anderhalf uur ravotten tussen de kleurige ballen, vind je het welletjes.

Al snel klinkt het door de Ikea ‘willen de ouders van [jouw naam] hun kind ophalen uit Småland?’ – een automatische tape die elk kwartier herhaald wordt. Maar het duurt wat langer dan verwacht. De oproep heeft onderhand al drie keer geklonken maar van je ouders is nog geen spoor. Omdat het etenstijd is (Zweedse gehaktballetjes), worden de meeste andere kinderen al wel afgehaald. Het duurt niet lang meer of je blijft als enige over.

‘..hun kind ophalen uit Småland?’ klinkt het al voor de zesde keer, maar je ouders zijn nog niet gesignaleerd. De ballenbak is, op jou na, verlaten. Je tuurt eens over de rand de winkel in, waar onderhand ook bijna niemand meer te zien is. Net op dat moment gaan de meeste lichten ook uit. Je ziet wat verlaten winkelwagentjes staan.

Ook buiten is het donker heb je gezien. De winkel is verlaten, het personeel naar huis en jij zit hier nog. Tussen de ballen. Wat krankzinnig eigenlijk. Al die gekleurde ballen. Wat doe ik hier? En m’n ouders… zijn die me nou serieus vergeten?

De ballenbak van het leven

Beeld je eens in, zegt Heidegger, dat alle zekerheden in je bestaan je ontvallen. Niets is meer wat het lijkt, mensen zijn niet wie je dacht dat ze waren. Dan besef je dat alles wat je voor normaal hield, eigenlijk krankzinnig is.

Laten we eerlijk zijn: de mens is ‘geworpen’ in een volstrekt idioot bestaan, stelt Heidegger. De ballenbak is er niets bij. Niemand vraagt of je wel wilt leven, en waar dan precies en bij welke ouders. Je bent er gewoon. Bizar eigenlijk.

Maar we doen nog alsof het normaal is ook. Dat is helemaal bizar. We zijn allemaal ‘gevallen’ aan dit bestaan. We nemen over wat ‘men’ normaal vindt en vergeten er zelf over na te denken. Het leven is een grote ballenbak. Een krankzinnig gebeuren.

Laten we er iets van maken, zegt Heidegger. Zonder te vergeten hoe bizar het is. Hoe? Door er nog één idioot idee aan toe te voegen. Dat leven van ons, we gaan er nog dood aan ook.

Feestje in de ballenbak

Screen Shot 2015-08-11 at 5.33.43 PMDoor onze sterfelijkheid onder ogen te komen, realiseren we ons dat hoewel het leven één groot Småland is, we een beperkte tijd hebben gekregen om er een eigen betekenis aan te geven, stelt Heidegger. Zonde als we die tijd verdoen.

Dus geen tranen meer, daar ‘s avonds laat alleen in die ballenbak. Maak er wat van. Herontdek jezelf en schep een nieuwe wereld.

De Islamitische denker die de wetenschap onderuit haalde

Al-Ghazali was een islamitische denker die de wetenschap zo’n mokerslag toediende dat-ie ‘m tot op de dag van vandaag nauwelijks te boven is gekomen.

Vergeten Islamitische denker

Als je op straat iemand met een Islamitische achtergrond vraagt naar een Islamitische denker, dan noemt-ie waarschijnlijk Al-Ghazali.

Ghazali is de David Hume van de Islamitische traditie. Hij gebruikt de skeptische methode in z’n filosofie. Met als belangrijk verschil: Ghazali werd er geloviger van terwijl Hume zo atheistisch bleef als hij al was.

Bagdad: aan het hof

In de tijd van Al-Ghazali (de 11e eeuw, in de stad Bagdad) was de Islamitische wetenschap tot grote hoogten gestegen. Via wiskunde en experiment legde men de basis voor wat in het westen later de wetenschappelijke revolutie werd. De natuur, geloofden veel Islamitische wetenschappers, zit tjokvol wetten en patronen. En we willen ze allemaal weten. En af en toe was er een denker die zei: en God dan? Al-Ghazali was zo’n Islamitische denker.

Skepsis

Ghazali had een topbaan in de hoogste regionen van de Islamitische maatschappij, maar op een dag hield hij ermee op en vertrok. Gekweld door sceptische twijfel. Al die filosofische redeneringen en al die wetenschappelijke vooruitgang: had het nog zin om in God te geloven?

Ghazali sloot zich naar eigen zeggen twee jaar op in een toren van een moskee in Damascus om te mediteren. Daar, in die toren misschien wel, bedacht hij een argument dat in één keer alle filosofie en wetenschap onderuit schoffelde.

Zagen aan de wetenschap

Is er een filosoof of wetenschapper, vroeg Ghazali, die mij kan uitleggen hoe ik zeker weet dat morgen de zon op komt? Het enige dat ik weet is dat het tot nu toe altijd zo geweest is. Maar dat is geen garantie voor de toekomst. Op basis waarvan passen we een causale gevolgtrekking toe op de zonsopgang van morgen?

Hume zei het later zo (zie een eerder blog): wie legt mij uit hoe je weet of twee opeenvolgende gebeurtenissen causaal iets met elkaar te maken hebben? Als een steen beweegt nadat ik er tegenaan schop, is dat dan een garantie dat het een door het ander komt?

Stel je eens voor dat er in een land tegelijk een afname van boerenkoolproductie en een daling van kindercijfers wordt gemeten. Dan is er niemand die zegt: minder boerenkool is een verklaring voor minder kinderen. Maar op basis waarvan doen we dat bij die steen dan wel? Of is het net zo weinig zeker als de zonsopgang van morgen?

Spirit

Er is geen wetenschapper, zeggen Ghazali en Hume, die mij kan vertellen dat causaliteit een geldig principe is. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst en bij de steen of bij de boerenkool hangt geen bordje: ‘causaal’ of ‘niet-causaal’. Hoe kan ik het dan zeker weten?

Ghazali zei: goeie reden om niet te veel waarde te hechten aan filosofie en wetenschap. En hij werd mysticus en wijdde zijn leven aan God.

Hume zei: inderdaad een goeie reden voor skepsis. Maar ja, causaal denken is soms wel handig, dus gooi m’n boek maar in de haard. Hij ging een biertje drinken.

Meer

Het argument van Ghazali en Hume is moeilijk te weerleggen. Zie hieronder nog een verduidelijkend filmpje.

Nietzsche en de geit-mens

Mislukte filoloog wordt filosoof

Nietzsches academische carriere begon als filoloog, een kenner van oude Griekse en Romeinse teksten. Maar als professor in Basel schreef hij een boek dat z’n collega’s zo bizar vonden, dat Nietzsche maar voorstelde dat hij beter als professor in de filosofie door het leven zou kunnen gaan. Zijn filologische carrière was over.

Maar het fascinerende verhaal dat Nietzsche opschrijft (en zijn collega’s zo bizar vonden) is een interessante ingang in z’n filosofie.

De twee goden in ons binnenste

Nietzsche beschrijft de geschiedenis van Griekse tragedies als een metafoor van het menselijk bestaan. De oude tragedies vertelden over de menselijke strijd tussen twee goddelijke neigingen.

De ene neiging was die van Apollo, de god van orde, progressie en redelijkheid. En de andere neiging was die van Dionysos, de god van dronkenschap, chaos, emotie en extase. Wij mensen balanceren altijd tussen die twee neigingen en proberen ze in evenwicht te houden, zegt Nietzsche. En een goede tragedie laat dat haarfijn zien.

detail Bacchus (Dionysos) met Satyr

detail Bacchus (Dionysos) met Satyr

Geit-mens

Het verhaal wordt nog fascinerender. Nietzsche stelde dat de tragedies werden opgevoerd door een koor van mensen die verkleed waren als geit-mensen (Satyrs),mythische wezens met een mensenlichaam, en de poten, horens en staart van een geit. (Of Nietzsche gelijk heeft, is moeilijk aan te tonen, maar het woord ‘tragedie’ komt voort uit de Griekse woorden ‘geit’ en ‘lied’).

Waarom waren de koorzangers verkleed als Satyrs?

Nietzsche stelt dat het koor eigenlijk een spiegel voor het publiek is. Tijdens het theaterstuk worden mensen een met het koor – het koor verwoordt hun gedachten.

De keurige burgers die het theater bezoeken identificeren zich met een soort voor-mens-achtig wezen en stappen zo af van hun keurigheid. De Satyrs dwingen hen om uit hun keurige rol te stappen en op zoek te gaan naar de grond van hun menszijn.

Monster

Dionysos en Apollo, chaos en orde, emotie en verstand – wij mensen zijn beide in een, volgens Nietzsche. Allebei de neigingen moeten met elkaar in balans zijn. We moeten niet te keurig worden, want dan onderdukken we de Dionysos. Maar we moeten ook niet losgelagen worden, dan blijft er van Apollo niets over.

Dit thema komt veel terug in Nietzsche’s filosofie. De zoektocht naar de nieuwe mens en de strijd tegen enkel maar keurigheid. Want wee de mens, die zich door burgerlijke keurigheid laat leiden! Keurigheid is een masker dat je af en toe moet afzetten om het monsterlijke deel van jezelf goed te kunnen zien.

Klootzak Hume

De filosoof David Hume was een skepticist. Vandaag zouden we misschien wel zeggen: een klootzak. Hij voerde sommige gedachtengangen zo ver door dat hij conclusies trok los van enige praktische relevantie. Had-ie maar een vrouw gehad, dan was het niet zo uit de hand gelopen.

‘Zekerheid in de wetenschap bestaat niet’. Zei hij bijvoorbeeld. ‘Want causaliteit is een illusie’. Hoe weet je zeker dat als je elke dag de zon ziet opgaan, dat’ie dan morgen weer op gaat? Of hoe weet je dat als Maurice de Hond een opiniepeiling doet onder 10% van de bevolking, dat dat representatief is voor de gehele bevolking? Dat weet je niet, zegt Hume.

Je ziet elke dag de zon op gaan, waardoor je denkt: dat zal morgen wel weer zo zijn. Maar is dat zeker? Alle zwanen die jij in je leven hebt gezien zijn wit, dus je denkt: een zwaan is altijd wit. Maar is het zeker? Totdat jij alle zwanen ter wereld hebt gezien en totdat jij morgen hebt meegemaakt dat de zon weer opkomt, is het niet zeker. Zegt Hume.

Maar dat gaat niet, zul je zeggen, je kunt niet alle zwanen zien. En dat zegt de wetenschap ook, net als Maurice de Hond. Dus doen wetenschappers en opiniepeilers steekproeven. En van die steekproeven zeggen we: wat voor deze groep geldt, zal ook wel gelden voor de rest van de groep. Inductie heet dat. Klaar.

Sorry, zegt Hume, maar je kunt niet zeker weten dat inductie altijd werkt? Hoe weet je zeker dat als je iets vaak ziet dat het daarmee altijd zo is? Dat weet je niet.

Je hebt er eigenlijk geen zak aan, aan deze constatering. Hoewel Hume eigenlijk gewoon gelijk heeft, is het zo onpraktisch als maar kan. Zo kun je niet leven. Als je er niet vanuit kunt gaan dat de zon morgen opkomt, of dat je kopje koffie op de grond valt als je het los laat in de lucht, dan kun je niet leven.

Het maakte Hume niets uit. Klootzak Hume. Had-ie maar een vrouw gehad, dan was het misschien nog goed met ‘m afgelopen.

bron: https://www.facebook.com/PhilosophyMttrs/photos/a.305663529533101.58006.305644206201700/701379559961494/?type=3&theater

bron: https://www.facebook.com/PhilosophyMttrs/photos/a.305663529533101.58006.305644206201700/701379559961494/?type=3&theater