De onwetendheid van wetenschappers (en waarom dat goed is)

Wetenschappers weten dingen. Maar tegelijkertijd weten vooral wetenschappers dat onwetend zijn. En dat idee moeten ze koesteren.

Stel je bent 7 jaar. En je hebt een moeilijke (filosofische) vraag. Bijvoorbeeld: waar komt de wereld vandaan? Dan stel je die vraag aan (bijvoorbeeld) je vader. Meestal krijg je dan een antwoord dat je weer even gerust stelt.

Maar stel nou dat je 7 jaar bent en in de tijd van vóór de wetenschappelijke revolutie leeft. Dan loopt je vader door naar de pastoor of imam. En als de pastoor of imam zegt: dat weet ik niet, dan gaat je vader weer terug naar huis en dan zegt-ie tegen jou: niet belangrijk.

En daar moet je het dan mee doen.

Kerninzicht

Dit is een kerninzicht om iets te snappen hoe er, de geschiedenis door, vaak gedacht is (voor de wetenschappelijke revolutie): alles wat belangrijk is, is geopenbaard in heilige boeken (Tora, Bijbel, Koran). En alles wat niet geopenbaard is in zo’n heilig boek is dus niet belangrijk om te weten. (want anders was het wel geopenbaard).

Het verklaart voor een deel waarom de wetenschappelijke revolutie ergens zo’n breuk was met voorgaande tijden. In voorgaande tijden werden veel vragen domweg niet (of minder) gesteld. Of in ieder geval niet (of minder) uitgezocht. Want het werd niet gezien als iets dan van belang zou kunnen zijn.

Onwetendheid en nieuwsgierigheid

De wetenschappelijke revolutie ontstond uit onwetendheid en nieuwsgierigheid. En uit de gedachte dat de autoriteit van weleer je eigenlijk niet verder kon helpen. In zijn boek ‘Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid‘ schrijft Harari over drie cruciale stadia in de geschiedenis van de mens: de cognitieve revolutie, de agrarische revolutie en de wetenschappelijke revolutie.

En over die laatste revolutie zegt hij dit:

“The Scientific Revolution has not been a revolution of knowledge. It has been above all a revolution of ignorance.”

Het is een revolutie van onwetendheid. En op onderzoek uit durven gaan. Niet meer de openbaring laten bepalen wat wel en niet belangrijk is, maar zelf uitmaken waar je meer van wilt weten.

Hoe dan?

Boekenkasten zijn er volgeschreven over de ontwikkeling van de wetenschap in Europa. En ook die van andere wetenschapstradities (bijvoorbeeld in China en in de Islamitische wereld). Een blog doet daar nooit helemaal recht aan. Maar je kunt de opkomst van wetenschap in de Islam deels verklaren vanuit de invalshoek van wiskunde en bovenstaand citaat. Dat doe ik in een volgend blog.

Welke godsdienst heeft gelijk? Ontdek het zelf.

Als ik in Bagdad was geboren, was ik moslim. Voor veel mensen is de vraag naar de ‘juiste godsdienst’ belangrijk. Er bestaat een truc om erachter te komen.

De juiste godsdienst

Jodendom, christendom en islam steggelen al eeuwen over wie van hen gelijk heeft. Volstrekt onnodig, volgens een oud verhaal: met een slim trucje kun je zo achterhalen wat de juiste godsdienst is.

De minister van buitenlandse zaken van het islamitische hof in Cordoba, Spanje in 960, was misschien wel de slimste man ter wereld. Het was een jood en zijn naam was Hasdai Ibn Shaprut. Hasdai was een goed diplomaticus, hij zorgde dat de christelijke koningen uit het Noorden van Europa en z’n islamitische baas elkaar niet in de haren vlogen.

En Hasdai ontdekte een nieuw volk:

De Khazaren

Nou is dat op zich al bijzonder (vergelijkbaar met de opwinding over nieuwe landen uit de koloniale tijd), maar als je minister van buitenlandse zaken bent, is het helemaal speciaal. En het gekke was, moest Hasdai bij zichzelf toegeven: hij had nog nooit van het volk gehoord.

Ze woonden in oost Turkije en hadden blijkbaar een wat afgezonderd bestaan. Hasdai wilde het zijne ervan weten.

Hij stuurde een brief naar de koning van het volk, koning Josef, om te weten met wie hij te maken had. Vertel eens, schreef hij, wie zijn jullie, wie zijn jullie voorvaderen en wat geloven jullie eigenlijk?

De familiegeschiedenis van het volk kon koning Josef zo oprakelen. Maar wat de Khazaren geloofden was een ander verhaal, vertelde koning Josef.

Een slimme truc

De geschiedenis door hadden zowel Perzen als Grieken als Islamieten geprobeerd de Khazaren tot hun eigen religie te bekeren. En op een dag was de koning (een voorvader van koning Josef) er zat van. Hij wilde nu wel eens weten wat de echte religie was.

Hij riep de slimste jood, de slimste islamiet en de slimste christen bij elkaar om te bespreken wat de juiste religie was. Het gesprek ontaarde in een eindeloze discussie. De koning kreeg al snel hoofdpijn en stuurde de geleerden naar huis. Tot hij een plan bedacht:

Hij ontbood de drie geleerden weer naar het paleis, maar nam ze nu apart. ‘Zeg eens’, zei hij tegen de christen, ‘als je nou moest kiezen tussen islam en jodendom, wat zou je dan kiezen?’ ‘Het jodendom’, zei de christelijke geleerde. Vervolgens nam de koning de islamitische geleerde apart en vroeg naar zijn keuze tussen het jodendom en christendom. Ook deze geleerde kwam uit bij het jodendom.

De koning wist genoeg. En vanaf dat moment, zo schreef koning Josef aan Hasdai, waren de Khazaren joods.

Wetenschap en islam: hoe groeiden ze uit elkaar?

De wetenschappelijke bloei van het Arabische Rijk van de middeleeuwen nam ook weer af. Daar zijn allerlei redenen voor, dit blog analyseert er eentje.

Groot…

Sommige gebeurtenissen in de geschiedenis zijn te groot om een antwoord op te geven. Wat waren de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog? Waarom viel het Romeinse Rijk? Historici kunnen er hun leven lang aan werken om dat soort vragen te beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de vraag naar wetenschap en islam.

…en klein

Maar soms kunnen hele kleine, alledaagse feiten enorme gevolgen hebben. Zoals (het fabeltje van) de vlinder die met z’n vleugel klapt en ergens anders een orkaan veroorzaakt.

Dit geldt ook als het over de wetenschap in het middeleeuwse Arabische Rijk ging. De vraag hoe het kwam dat de wetenschap zich minder (of anders?) ging ontwikkelen dan de wetenschap in het Westen is te groot voor een klein blog als dit.

En tegelijk was er iets heel kleins wat van tamelijk groot belang was. Als je ’t weet, zeg je: logisch.

Schrift

Het Arabische schrift (dat in de middeleeuwen het ‘engels’ was van het Arabische Rijk) telt 28 letters. Twee meer dan ons ‘Latijnse schrift’. Het ziet er zo uit:

arabisch alfabet

Letters leren

Als je op school leert schrijven, moet je technisch gezien twee keer 26 letters leren. Want ons schrift heeft HOOFDLETTERS en kleine letters (en die zien er niet altijd precies hetzelfde uit).

Dat geldt ook voor het Arabisch. Niet met hoofdletters, maar wel dat de vorm van een letter verandert afhankelijk van de plek in een woord. Kijk maar hieronder:

arabisch alfabet

Als je de letter los schrijft zoals in x,y,z (standing alone), schrijf het anders dan als dezelfde letter aan het eind van een woord staat (final) of als het in het midden staat (medial) of aan het begin (initial) – bedenk dat het Arabisch van rechts naar links wordt geschreven. Hoofdpijn, voor als je de taal wilt leren: je moet van veel letters vier variaties kennen.

Klein feitje, grote gevolgen voor de wetenschap:

Tot diep in de 16e eeuw werd er in de Arabische wereld aan wetenschap gedaan. Dat was de tijd dat er in Europa iets ging spelen dat we de ‘wetenschappelijke revolutie’ gingen noemen.

En de drukpers werd uitgevonden. Een handig middel om heel snel veel teksten te maken. Je legt de letters in de juiste volgorde en je kunt direct een heleboel pagina’s tegelijk printen.

Maar het Latijnse alfabet (met maar 26 letters, als je geen kleine letters gebruikt) was hiervoor veel geschikter dan het Arabische alfabet. De puzzel om de tekst goed ‘te zetten’ was in het Arabisch veel moeilijker, vanwege al die vormen van letters. Het kan verklaren waarom de Ottomanen (toen de machthebbers in grote delen van wat eerst het Arabische rijk was) er niet veel van moesten hebben.

In Europa bleek juist de boekdrukkunst van grote invloed te zijn van nieuwe ideeën en de ontwikkeling van wetenschap.

Meer

De Islamitische denker die de wetenschap onderuit haalde

Al-Ghazali was een islamitische denker die de wetenschap zo’n mokerslag toediende dat-ie ‘m tot op de dag van vandaag nauwelijks te boven is gekomen.

Vergeten Islamitische denker

Als je op straat iemand met een Islamitische achtergrond vraagt naar een Islamitische denker, dan noemt-ie waarschijnlijk Al-Ghazali.

Ghazali is de David Hume van de Islamitische traditie. Hij gebruikt de skeptische methode in z’n filosofie. Met als belangrijk verschil: Ghazali werd er geloviger van terwijl Hume zo atheistisch bleef als hij al was.

Bagdad: aan het hof

In de tijd van Al-Ghazali (de 11e eeuw, in de stad Bagdad) was de Islamitische wetenschap tot grote hoogten gestegen. Via wiskunde en experiment legde men de basis voor wat in het westen later de wetenschappelijke revolutie werd. De natuur, geloofden veel Islamitische wetenschappers, zit tjokvol wetten en patronen. En we willen ze allemaal weten. En af en toe was er een denker die zei: en God dan? Al-Ghazali was zo’n Islamitische denker.

Skepsis

Ghazali had een topbaan in de hoogste regionen van de Islamitische maatschappij, maar op een dag hield hij ermee op en vertrok. Gekweld door sceptische twijfel. Al die filosofische redeneringen en al die wetenschappelijke vooruitgang: had het nog zin om in God te geloven?

Ghazali sloot zich naar eigen zeggen twee jaar op in een toren van een moskee in Damascus om te mediteren. Daar, in die toren misschien wel, bedacht hij een argument dat in één keer alle filosofie en wetenschap onderuit schoffelde.

Zagen aan de wetenschap

Is er een filosoof of wetenschapper, vroeg Ghazali, die mij kan uitleggen hoe ik zeker weet dat morgen de zon op komt? Het enige dat ik weet is dat het tot nu toe altijd zo geweest is. Maar dat is geen garantie voor de toekomst. Op basis waarvan passen we een causale gevolgtrekking toe op de zonsopgang van morgen?

Hume zei het later zo (zie een eerder blog): wie legt mij uit hoe je weet of twee opeenvolgende gebeurtenissen causaal iets met elkaar te maken hebben? Als een steen beweegt nadat ik er tegenaan schop, is dat dan een garantie dat het een door het ander komt?

Stel je eens voor dat er in een land tegelijk een afname van boerenkoolproductie en een daling van kindercijfers wordt gemeten. Dan is er niemand die zegt: minder boerenkool is een verklaring voor minder kinderen. Maar op basis waarvan doen we dat bij die steen dan wel? Of is het net zo weinig zeker als de zonsopgang van morgen?

Spirit

Er is geen wetenschapper, zeggen Ghazali en Hume, die mij kan vertellen dat causaliteit een geldig principe is. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst en bij de steen of bij de boerenkool hangt geen bordje: ‘causaal’ of ‘niet-causaal’. Hoe kan ik het dan zeker weten?

Ghazali zei: goeie reden om niet te veel waarde te hechten aan filosofie en wetenschap. En hij werd mysticus en wijdde zijn leven aan God.

Hume zei: inderdaad een goeie reden voor skepsis. Maar ja, causaal denken is soms wel handig, dus gooi m’n boek maar in de haard. Hij ging een biertje drinken.

Meer

Het argument van Ghazali en Hume is moeilijk te weerleggen. Zie hieronder nog een verduidelijkend filmpje.