Je bent gek als je niet in de hel gelooft

De hel boezemt angst in én fascineert. Maar die fascinatie is niet alleen van vroeger. Filosofen denken ook nu nog na over thema’s rondom de hel.

Hallo hel

Als je aan de hel denkt, denk je al gauw aan verhalen en schilderijen uit de middeleeuwen: een dieprode vuurzee met beangstigende monsters en eindeloze folteringen. Zo onwerkelijk dat het grappig is.

En dan lijk je meer op een middeleeuws religieus mens dan je denkt. Denken over de hel heeft voor de meeste mensen altijd iets tragikomisch gehad.

Natuurlijk, er waren mensen die het bloedserieus namen, maar de hel was minstens net zo vaak materiaal voor uitgebreide toneelstukken waar mensen gewoonweg geen genoeg van konden krijgen (zo erg zelfs, dat de katholieke kerk toneelstukken over de hel regelmatig verbood).

Eigenlijk was de hel van de middeleeuwen het equivalent van de horrorfilm van nu. Fictie, maar als zodanig op een vreemde manier vermakelijk.

De grote verdwijntruc

Al tijdens de wetenschappelijke revolutie veranderde denken over de hel. De fascinatie met het leven na de dood veranderde in een fascinatie voor de dood zelf. Ook al zo’n vreemd-fascinerend onderwerp. In de kunst kwam het terug als de ‘dodendans’.

De hel, en later de dood, geeft zo een goed beeld van de geschiedenis van Europees denken. Van verticaal (denken vanuit godheden en het leven na dit leven) naar horizontaal, denken over het leven zelf en de grenzen ervan.

De 20e eeuwse filosoof Jean Paul Sartre (check een ander blog hier) maakte de beweging compleet in zijn theaterspel ‘No Exit’, daarin zegt hij:

“de hel, dat zijn de anderen”

De hel volgens Sartre, is iets wat mensen elkaar aandoen. Daar hebben ze, zogezegd, geen God voor nodig – begrijpelijk als je weet dat Sartre ten tijde van twee wereldoorlogen leefde.

Bekijk hier een trailer van zijn toneelstuk:

Je bent gek als je niet in de hel gelooft

Angst en fascinatie, voor de eindigheid van het bestaan, het bestaan zelf en de ander. Dat is de hel. Ook in onze tijd. En dus is de hel nog steeds belangrijk.

Moderne filosofen wijzen ons erop dat die fascinatie in het hele leven zit. Niemand vroeg je of je geboren wilde worden en je weet niet hoe het verder gaat als je leven erop zit. Fascinerend, beangstigend, ongewis.

De hel hoort bij het leven. Als je goed kijkt, zie je het misschien vaker dan je zou denken. Sterker nog: als je het niet ziet, heb je misschien wel een steekje los.

Daten voor je leven (met Jean Paul Sartre)

De filosoof Jean Paul Sartre zegt: dates zijn een blauwdruk van wat het is om te leven. Wie het spel snapt, komt het verst. In dit blog Sartre’s anaylse.

Dineetje voor tweetje

Je zit in een caféetje met iemand die je de afgelopen tijd hebt leren kennen. Via gemeenschappelijke vrienden liepen jullie elkaar af en toe tegen het lijf en omdat er wat vonken begonnen over te slaan kwam het tot een ‘officiële’ date. En je bent loei-zenuwachtig – maar je weet niet precies waarom.

Je hebt goed nagedacht over wat je aan zou doen, maar je draagt natuurlijk niet het beste wat je hebt. Het moet niet lijken dat je deze avond té serieus neemt.

Zodra jullie aan het tafeltje zitten (tegenover elkaar, of liever samen kijkend naar de rest van het cafe?) begint het spel van de luchtigheid. Ondanks dat de zenuwen door je lijf gieren, presenteer je jezelf als de ontspanning zelve.

Sartre en zijn levensgezellin Simone de Beauvoi in café de Flore

Sartre en zijn levensgezellin Simone de Beauvoir in café de Flore, Parijs

Daten voor filosofen

Zo’n date-avond is het leven in een notendop, zegt de filosoof Sartre. Wat gebeurt hier nou eigenlijk?

Je bent vanavond samengekomen als vrienden. Gewoon vrienden. Maar het punt van de avond is om uit te vinden of je ook meer bent dan gewoon vrienden. Tegelijk doe je de hele avond zolang mogelijk alsof je nog steeds gewoon vrienden bent. Hij maakt haar een compliment, maar zij denkt: dit zegt hij vast wel vaker, niets bijzonders. Zij raakt net iets te lang zijn hand aan, maar hij denkt: dat beeld ik me maar in.

Bij een date-avond speel je een spel waarbij de hele reden van de date (uitzoeken of je ‘meer dan vrienden bent’) zolang mogelijk wordt ontkend: we zijn gewoon vrienden, niets bijzonders. Het moment van kiezen, het moment van uitspreken dat er meer is dan vriendschap, wordt zo lang mogelijk uitgesteld. Want dat kiezen is het spannendste van alles. Een waanzinnig spel.

Daten voor het echte leven

Sartre zegt: dit is het spel dat wij mensen niet alleen op dates spelen, maar ons leven lang. Want het punt van het leven is dat we kiezen wie we zijn. Maar steeds spelen we verstoppertje. Op een verjaardag zeggen we: ik ben student, ik ben consultant, ik ben moeder, ik ben Amsterdammer. Sartre zegt: dat ben je niet. Dat zijn de maskers waarachter je je verstopt. Het is toch niet zo dat jij er niet meer bent als je geen student meer bent?

Je verstopt je achter die maskers, want je bent bang voor het spannende besef dat je eigenlijk helemaal niet zoveel voorstelt. Je bent niet zoveel. Je bent vooral heel veel dingen niet. En dat is een loei-spannend, beangstigend idee.

Maar loop er niet voor weg. Als je niet het lef hebt om te zeggen dat je iemand leuk vindt, kun je jezelf later wel voor je kop slaan. Die avond was je kans! En hetzelfde geldt voor het leven: verzoen je met je angst en kies van daaruit verder.

3 tips om je vrij te voelen (van Jean-Paul Sartre)

We zijn nog nooit zo vrij geweest en tegelijk zijn we ons nog nooit bewust geweest van alle keuzes. Wie helpt ons om te kiezen? Jean-Paul Sartre weet raad.

Ik wil alleen maar vrij zijn

Hoezee, we zijn vrij! Voel jij het?

Ik niet, meestal. Geen idee waarover ik moet nadenken tijdens een minuut stilte op 4 mei. Laat staan wat ik precies moet vieren op bevrijdingsdag. Vrij zijn – hoe doe je dat?

De filosoof Sartre heeft tips. Zelf wist hij maar al te goed waar vrij-zijn over ging. In de tweede wereldoorlog werd hij door de Nazi’s gevangengezet in Parijs. Een productieve tijd: hij schreef er fantastische boeken en toneelstukken, maar hij was natuurlijk niet vrij.

Althans: niet om te gaan en staan waar hij wilde. Wel om vrij te denken. Om zich vrij te verhouden tot alles wat hij meemaakte. De laatste vrijheid, die niemand je ontneemt. Zelfs in de gevangenis. Mooi.

Vrijheid als vloek

Maar diezelfde vrijheid is ook beklemmend. Wij zijn ‘veroordeeld tot vrijheid’, zei Sartre vaak. Of je nou wil of niet, je zit ermee opgezadeld. En naast mooi is die vrijheid ook eng.

Anders dan vroeger kunnen we tegenwoordig zo’n beetje alles zelf kiezen. Wat je later wordt als je groot bent. Met wie je een relatie hebt. Waar je gaat wonen. Wie je vrienden zijn en waar je je geld aan uitgeeft. Fantastisch. En: eng.

Want, zegt Sartre, met elke keuze die we maken, kiezen we tegelijk voor heel veel dingen niet. Ik kan m’n geld maar één keer uitgeven. En ik kan niet per dag veranderen van partner. En daar zijn wij ons de hele dag bewust van.

En dus hebben wij last van keuzestress. We zijn nog nooit zo vrij geweest en tegelijk zijn we ons nog nooit bewust geweest van zoveel keuzes. Wie helpt ons om te kiezen? Wat moet ik doen? Veel mensen kiezen voor het uitstellen van keuzes. ‘Als ik later groot ben…’

Drie tips

Hoe kun je vrij zijn? Dit zijn de tips van Sartre:

1. Vergeet niet dat je niet samenvalt met je keuzes: er is altijd meer te kiezen. Als je in een relatie zit die niet gezond is, of een baan die niet bij je past denk je onbewust vaak dat je er niet meer uit kunt. Dat is niet waar, zegt Sartre. Je bent vrij om iets anders te kiezen. Altijd.

2. Kies! Want als je je keuzes uitstelt, kies je ook. Of anderen kiezen voor jou. De hel, zei Sartre, dat zijn de anderen. En aan het eind van je leven zeg je: waarom heb ik dit zo lang gedaan? Daar kun je niemand anders de schuld van geven dan jezelf.

3. Speel geen toneelstukjes. Verwachtingen van anderen, het beeld dat je van jezelf hebt – ze kunnen je enorm in de weg zitten. Maar uiteindelijk leef je je eigen leven, je bent de regisseur van je eigen leven. Laat je niet afleiden.

Goede denkstof, lijkt mij, voor twee minuten stilte en een vrijheidsfestival.

Meer

Bekijk hieronder een mooie samenvatting van Sartre’s filosofie, verteld door Stephen Fry:

De filosofie van Sartre (in gif)

De filosoof Sartre was de rockster van het Existentialisme. Bij zijn begrafenis waren meer mensen dan bij die van Andre Hazes. Kun je nagaan.

 

Maar Sartre was geen optimistisch filosoof. Hij vond het leven maar bizar

 

Dat klopte ook wel, want Sartre groeide op in de tijd van twee wereldoorlogen. Hij zat zelfs even gevangen.

 

Dat maakte dat Sartre stelde dat niet goden het ons moeilijk maken, maar vooral wijzelf het ons moeilijk maken: “de hel dat zijn de anderen

 

Maar de oorlog is over. We zijn vrij!

 

Tenminste, dat zou je denken. Sartre zegt echter: je bent niet alleen vrij, je bent ook ‘veroordeeld tot vrijheid’.

 

Want de vrije mens van vandaag weet dat hij overal steeds voor moet kiezen en dat met elke keuze andere opties verdwijnen.

 

Kies ik voor kinderen? Ok, maar dat gaat ten koste van m’n feestjes, nachtrust en vrije tijd.

 

Kies ik ervoor om carrière te maken? Ok, maar dan gaat dat ten koste van m’n tijd met vrienden en familie

van doorne

van doorne

 

Maar kun je dan niet gewoon niet-kiezen? Nee, zegt Sartre, dan houd je jezelf voor de gek. Je speelt een toneelspel. Je bent ‘niet trouw aan jezelf’:

 

Hoera, we zijn vrij dus! En: ohnee, hoe kan ik ooit de juiste keuzes maken?