Filosofie voor als je met je mond vol tanden staat

Suikertaks. Kantoornomade. Nieuwe woorden zijn nodig voor nieuwe fenomenen. Maar nieuwe woorden kunnen ook goed zijn voor oude dingen. Een pleidooi.

mond vol tanden

Ken je het gevoel met je mond vol tanden te staan? Dat iemand iets zegt dat zo verbijsterend is, dat je er geen woorden voor hebt? Of dat iemand iets onbehoorlijks tegen je zegt en je pas later realiseert hoe je graag had willen reageren?

De woorden komen na de dingen

Eigenlijk is het met alles zo: eerst ontstaat er iets, daarna vinden mensen er woorden voor. Soms zijn die woorden er al, soms moeten ze ter plekke bedacht worden. Sjoemelsoftware. Suikertaks. Kantoornomade. Dat zijn de nieuwe woorden van 2016 – bedacht om een fenomeen (dat er opeens was) te omschrijven.

(De enige uitzondering die ik kan bedenken is het Higgs-boson – het deeltje dat er moest zijn, maar dat niemand ooit nog had waargenomen. Maar goed, daar was dan ook het peperdure CERN voor nodig en 40 jaar onderzoek.)

Bestaat blauw?

Dit proces gaat natuurlijk al de hele geschiedenis door. In de oertijd hadden mensen dus minder woorden en later werden dat er steeds meer. Het begon allemaal (waarschijnlijk) met hele basale woorden, die je ook een kind als eerste aanleert: ik, wij, jij, drie. (check dit onderzoek hierover).

Woorden voor minder eenduidige dingen zijn van latere datum. Kleuren bijvoorbeeld. Ik was zeker 17 jaar oud toen ik pas wist wat ‘turquoise’ was. Daarvoor was het gewoon blauw natuurlijk, of groen-blauw.

Maar er is een filmpje op het internet dat stelt dat het idee ‘blauw’ zelf ook nog niet zo oud is. Homerus, de bijbel en andere oeroude bronnen spreken over een ‘grijsgroene zee’, maar nooit over een blauwe. Zagen zij wel blauw?

Denken zonder woorden

Niet iedereen denkt dat de theorie in het filmpje klopt, maar het is een interessant idee: kun je iets zien, kun je iets kennen als er nog geen woord voor is?

Van Eskimo’s wordt wel eens gezegd dat ze heel veel woorden hebben voor ‘sneeuw’. Ik weet niet of het zo is, maar ik kan het me voorstellen. Als je er vaak mee te maken hebt, dan zie je andere dingen. In Nederland sneeuwt het zo weinig dat één woord volstaat. Maar zien Nederlanders in sneeuw wat een Eskimo zou zien? Kennen ze de sneeuw zoals Eskimo’s? Waarschijnlijk niet.

Trek je mond maar open

Ook vandaag de dag komen we nog regelmatig dingen tegen die zorgen dat we met onze mond vol tanden staan. Er moeten nog nieuwe woorden voor gevonden worden of de oude woorden volstaan niet.

Je hoort bijvoorbeeld wel eens dat de scheiding tussen politiek links en rechts niet meer opgaat sinds de opkomst van de PVV. Of dat het woord ‘terrorisme’ wordt eenzijdig gebruikt (alleen bij niet-blanke mensen). Onlangs verscheen er een dik boek over het woord ‘populisme’. Je wordt er mee platgegooid in de krant en op het journaal, maar eigenlijk weet niemand precies wat het betekent. (Lees de Volkskrant-recensie hier.)

Beter lijkt het om nieuwe woorden te maken voor nieuwe fenomenen. En ze dan hardnekkig te gaan gebruiken. Doe je toch nog iets zinnigs met je mond vol tanden.

Geef een antwoord