Ben jij schuldig aan het leed van kleermakers in Bangladesh?

Kledingfabrieken in Bangladesh. Ze maken er onze kleding. Af en toe stort er zo’n fabriek in. Ben jij daar (mede) schuldig aan?

 

Kledingfabrieken in Bangladesh. Duizenden (soms hele jonge) mensen werken er voor de productie van onze kleren, voor 20 cent per uur. En af en toe stort er zo’n fabriek in. Er gaan honderden mensen dood.

Ben jij daar (mede) schuldig aan?

Goeie kans dat je kleren draagt die in zo’n fabriek zijn gemaakt. Dus zeggen veel mensen: ja. Doe er wat aan. Koop fair-trade kleding. Of tweedehands.

En sommige mensen zeggen: nee. Niet jouw verantwoordelijkheid.

Het dilemma: de peuter en de fabriek

Als jij een auto met peuter te water ziet gaan, dan is er een goeie kans dat jij erachteraan springt (zoals hier gebeurde). Dat vinden we zowel heldhaftig als (bijna) normaal. Zolang je zelf geen gevaar loopt, doe je wat je kunt.

Sterker nog: als je bewust niks doet (of alleen maar staat te filmen), zullen veel mensen dat je verwijten. Je kunt iets doen, dus moet je iets doen!

Tegenwoordig we leven in een geglobaliseerde wereld. En anders dan jaren geleden zien we op dagelijkse basis veel meer leed (via een scherm) voor onze neus. Mensen vandaag de dag hebben veel meer weet van de ellende op de andere kant van de wereld. Zou je niet dezelfde verantwoordelijkheid hebben om iets te doen aan het leed dat zich aan de andere kant van de wereld afspeelt?

De Australische filosoof Pete Singer zegt: je bent net zo verantwoordelijk voor leed in Bangladesh als voor die peuter. Als je iets kunt doen (geen goedkope kleding kopen bijvoorbeeld) dan moet je het doen – zie het onderstaande filmpje (1,5 minuut)

Maar dit is een pittige boodschap. Veel mensen gaan er niet mee akkoord. Het voelt in ieder geval niet hetzelfde. En bij Bangladesh kun je al veel makkelijker doen alsof je er niet vanaf weet, iets dat bij die peuter te water veel moeilijker is.

Het andere uiterste: Ayn Rand

Ayn Rand vindt dit verhaal van Peter Singer onzin. Ze werkte in New York, rond de jaren ’60 en zij beredeneert dat je helemaal geen verantwoordelijkheid hebt voor die mensen in Bangladesh. En ook niet voor die peuter in de auto trouwens.

Volgens Ayn Rand moet de mens ethische vraagstukken oplossen met het verstand. En het verstand zegt: je bent verantwoordelijk voor jezelf – er is geen enkel rationeel argument op basis waarvan je verantwoordelijk zou zijn voor anderen.

Kijk nou eens kritisch naar jezelf, zou ze zeggen. Is niet alles wat je doet uiteindelijk een welbegrepen eigenbelang? Net als het redden van de peuter? Weegt het niet zwaarder dat andere mensen je zullen verguizen als je niks doet, of dat je ’s avonds een slecht geweten zou hebben?

Eigenbelang

Het is een soort survival of the fittest-principe. Rand’s ethiek draait om de overleving van de mens als mens. Het is trouwens ook een economisch principe. In veel vroegere samenlevingen was eigenbelang iets verwerpelijks. Maar sinds de econoom Adam Smith stelde dat het principe van de vrije markt juist het beste functioneert als men het eigenbelang voor ogen houdt, is het de basis van ons economisch systeem. (zie het filmpje hieronder)

Zowel Pete Singer als Ayn Rand zijn uitersten. Beide klinken ze wat ongenuanceerd. Maar de manier waarop we onze huidige maatschappij vormgeven, met veel nadruk op de markt, schuurt dicht aan tegen Ayn Rand’s economische filosofie.

Ben je schuldig?

Volgens Ayn Rand niet. Maar ook bij haar filosofie houden mensen vaak een ongemakkelijk gevoel over. Is het niet wat kort door de bocht? En zou het ons helemaal niets moeten schelen dat er mensen sterven voor onze kleren?

Het is een grote filosofische uitdaging, typisch voor de moderne tijd. De wereld is een dorp geworden en tegelijk is het dorp veel te groot om verantwoordelijkheid te dragen voor wat er allemaal gebeurt.

Je kunt het ook omdraaien: alles wat je doet, is mooi meegenomen. Elk fair-trade kledingstuk is er een. Misschien nog wat magertjes, maar dat is precies zoals de economie werkt (vraag en aanbod) en je neemt in ieder geval iets van verantwoordelijkheid.

Want hoe economische we ook zijn geworden met z’n allen – helden die te water gaan, zijn diezelfde avond nog op tv.

Meer weten:

Adam Smith en eigenbelang:

Ayn Rand vs de dominee

Ayn Rand is een van de meeste invloedrijke én minst bekende denkers van deze tijd. In dit blog sta ik kort stil bij haar overtuigingen en de kritiek daarop.

De dominee. Een verhaal

Er was eens een dominee die elke zondag tegen zijn kerkgenoten zei: “wat zijn jullie toch luie, zelfzuchtige mensen! Beter je leven en doe zoals ik. Ik ga elke maandag naar het nabijgelegen dorp om de armen te helpen.”

Wat de kerkgenoten niet wisten, is dat deze dominee elke maandag wel naar het dorp ging, maar niet om de armen te helpen – hij ging om te golfen. Dit patroon herhaalde zich week in, week uit.

De engelen in de hemel zagen dit en waren hevig verontwaardigd waren. Ze haalden God erbij en zeiden: dit kan toch niet? God was het met ze eens en zei dat hij de dominee een lesje zou gaan leren.

De eerstvolgende maandag gingen de engelen er is goed voor zitten. Wat zou er gebeuren? De dominee verscheen op de golfbaan en sloeg z’n eerste slag. Een hole-in-one! Tevreden met zichzelf sloeg de dominee z’n volgende slag. Weer een hole-in-one! De dominee was helemaal in z’n nopjes en ging verder. En hij sloeg weer een hole-in-one, nu raakte de dominee helemaal buiten zichzelf van enthousiasme.

Maar de engelen waren verontwaardigd, want dit hadden ze niet verwacht. Waar blijft het lesje voor de dominee? Maar God zei, wacht nou maar. De echte les komt als de dominee terug zit in z’n auto en vanavond weer aanschuift bij het eten. Want dan realiseert de dominee zich dat er niemand is om zijn enthousiasme mee te delen en daar zit ‘m zijn ware straf.

Moraal:

Dit is een verhaal van de filosoof/ theoloog Peter Rollins. Wat hij maar wil zeggen is dit: mensen om je heen zijn cruciaal voor je levensgeluk. En voor de zingeving in het leven. Ook als je een einzelganger bent, heb je mensen nodig. Sterker nog: de diepe laag van dit verhaal vertelt dat mensen om je heen niet alleen de toehoorders zijn die je laat delen in jouw levensgeluk, maar dat ze vaak de bron zijn van dat levensgeluk. Zonder mensen om je heen, is er praktisch geen geluk denkbaar.

Ayn Rand

Ik moest aan dit verhaaltje bezig toen ik me verdiepte in de filosofie van Ayn Rand. Ayn Rand is een filosofe uit de vorige eeuw en heeft (vooral in Amerika) ontzettend veel invloed. Zij schreef boeken als Atlas Shrugged en de Fountainhead. In de jaren na de crisis van 2008 verkocht Atlas Shrugged dicht tegen de half miljoen exemplaren per jaar. Invloedrijke hedendaagse Republikeinen als Paul Ryan, Rand Paul en Ted Cruz rekenen Ayn Rand’s boeken tot hun belangrijkste inspiratiebron.

Ayn Rand en de dominee

Ayn Rand’s voorstelling van de wereld is heel scherp. En het is interessant om haar visie eens naast het bovenstaande verhaaltje te leggen. Ayn Rand ziet de mens als een volstrekt zelfstandig individu dat zich niets gelegen hoeft te laten liggen aan anderen. De enige plek waar je te maken hebt met vreemden, is de (mondiale) markt. Het idee van de dominee dat je een verantwoordelijkheid hebt naar de armen, verwerpt zij hartgrondig.

Voor Ayn Rand is opkomen voor jezelf en je eigen waarden kiezen het meest rationele wat een mens kan doen. De geïdealiseerde mensen die zij in haar boek beschrijft trekken zich helemaal niets aan wat anderen van hen vinden. Het idee dat anderen de bron zijn van je levensgeluk deelt Ayn Rand absoluut niet.

Ze zou over de dominee in het verhaaltje misschien zeggen dat ze het zelf anders zou aanpakken, maar ook dat hij in zijn recht staat zich van de armen niets aan te trekken. En als de dominee echt een vent zou zijn, dan zou het hem niets hoeven uitmaken dat er niemand is om z’n prestatie mee te delen.

Het spreekt veel mensen aan…

…deze theorie. De helden van de verhalen spreken tot de verbeelding. Maar veel filosofen hebben vragen gesteld bij het mensbeeld van Ayn Rand. Kun je mensen zien als volstrekt losstaande individuen, of zijn mensen altijd van elkaar afhankelijk – niet alleen op de markt, maar ook gewoon in het dagelijks leven. Is geluk iets wat je uit je eigen tenen moet halen, of heb je er echt anderen voor nodig?

In de versie van Ayn Rand zou er geen God bestaan om de dominee te straffen. Wat er wel bestaat is de ‘onzichtbare hand’ van de markt, die alles reguleert op een perfecte manier. Gek eigenlijk, want waar komt die hand vandaan? Van wie is deze hand? En weet je eigenlijk wel zeker dat die hand ons naar een betere werkelijkheid leidt?

Filosofie voor als je met je mond vol tanden staat

Suikertaks. Kantoornomade. Nieuwe woorden zijn nodig voor nieuwe fenomenen. Maar nieuwe woorden kunnen ook goed zijn voor oude dingen. Een pleidooi.

Ken je het gevoel met je mond vol tanden te staan? Dat iemand iets zegt dat zo verbijsterend is, dat je er geen woorden voor hebt? Of dat iemand iets onbehoorlijks tegen je zegt en je pas later realiseert hoe je graag had willen reageren?

De woorden komen na de dingen

Eigenlijk is het met alles zo: eerst ontstaat er iets, daarna vinden mensen er woorden voor. Soms zijn die woorden er al, soms moeten ze ter plekke bedacht worden. Sjoemelsoftware. Suikertaks. Kantoornomade. Dat zijn de nieuwe woorden van 2016 – bedacht om een fenomeen (dat er opeens was) te omschrijven.

(De enige uitzondering die ik kan bedenken is het Higgs-boson – het deeltje dat er moest zijn, maar dat niemand ooit nog had waargenomen. Maar goed, daar was dan ook het peperdure CERN voor nodig en 40 jaar onderzoek.)

Bestaat blauw?

Dit proces gaat natuurlijk al de hele geschiedenis door. In de oertijd hadden mensen dus minder woorden en later werden dat er steeds meer. Het begon allemaal (waarschijnlijk) met hele basale woorden, die je ook een kind als eerste aanleert: ik, wij, jij, drie. (check dit onderzoek hierover).

Woorden voor minder eenduidige dingen zijn van latere datum. Kleuren bijvoorbeeld. Ik was zeker 17 jaar oud toen ik pas wist wat ‘turquoise’ was. Daarvoor was het gewoon blauw natuurlijk, of groen-blauw.

Maar er is een filmpje op het internet dat stelt dat het idee ‘blauw’ zelf ook nog niet zo oud is. Homerus, de bijbel en andere oeroude bronnen spreken over een ‘grijsgroene zee’, maar nooit over een blauwe. Zagen zij wel blauw?

Denken zonder woorden

Niet iedereen denkt dat de theorie in het filmpje klopt, maar het is een interessant idee: kun je iets zien, kun je iets kennen als er nog geen woord voor is?

Van Eskimo’s wordt wel eens gezegd dat ze heel veel woorden hebben voor ‘sneeuw’. Ik weet niet of het zo is, maar ik kan het me voorstellen. Als je er vaak mee te maken hebt, dan zie je andere dingen. In Nederland sneeuwt het zo weinig dat één woord volstaat. Maar zien Nederlanders in sneeuw wat een Eskimo zou zien? Kennen ze de sneeuw zoals Eskimo’s? Waarschijnlijk niet.

Trek je mond maar open

Ook vandaag de dag komen we nog regelmatig dingen tegen die zorgen dat we met onze mond vol tanden staan. Er moeten nog nieuwe woorden voor gevonden worden of de oude woorden volstaan niet.

Je hoort bijvoorbeeld wel eens dat de scheiding tussen politiek links en rechts niet meer opgaat sinds de opkomst van de PVV. Of dat het woord ‘terrorisme’ wordt eenzijdig gebruikt (alleen bij niet-blanke mensen). Onlangs verscheen er een dik boek over het woord ‘populisme’. Je wordt er mee platgegooid in de krant en op het journaal, maar eigenlijk weet niemand precies wat het betekent. (Lees de Volkskrant-recensie hier.)

Beter lijkt het om nieuwe woorden te maken voor nieuwe fenomenen. En ze dan hardnekkig te gaan gebruiken. Doe je toch nog iets zinnigs met je mond vol tanden.

Ook filosofen rekenen: Al-Khwarizmi

Veel wetenschap begint bij rekenen, bij de wiskunde. Zo ook de wetenschap in het Arabische Rijk. De belangrijkste figuur daarin: Al-Khwarizmi.

Wetenschap ontstaat uit onwetendheid, zegt de schrijver Harari. En onwetendheid kan leiden tot nieuwsgierigheid. Ik schreef erover in een vorig blog. Maar hoe ontstaat zulke nieuwsgierigheid? In de Islamitische wereld zag het er ongeveer zo uit:

Uitdagingen

Toen het Islamitische rijk in de 8e eeuw enorm groot was gegroeid, ontstond er een dringende behoefte aan kennis. De politieke leiders uit die tijd werden geconfronteerd met splinternieuwe politieke uitdagingen. Hoe bestuur je een rijk dat zo groot is? Hoe weet je überhaupt hoe groot het is? Hoe hef je belasting?

Maar de Islam als splinternieuwe religie bracht ook z’n uitdagingen met zich mee. Wat is de juiste bidrichting naar Mekka als je weet dat de aarde bolvormig is? (een vliegtuig naar New York vliegt immers ook nooit rechtstreeks over de globe, maar altijd met een boogje). Of: hoe zorg je ervoor dat de enorm gedetailleerde erfeniswetten van de Koran op de juiste manier worden uitgevoerd?

Op de schouders van reuzen

Het antwoord op veel van deze vragen kwam van wetenschappers. Zij haalden kennis en wijsheid uit de verschillende beschavingen die het Islamitische rijk had overgenomen (Byzantijnen, Perzen, Hindoe-volken en meer) en ontwikkelden hun eigen wetenschap.

En al snel ontdekte men dat als je ergens moest beginnen, dan was het wel bij de wiskunde. Al-Khwarizmi kreeg de delicate opdracht nou eens een compleet wiskundig systeem te ontwikkelen, op basis waarvan de wetenschap weer verder kon. In de inleiding van zijn boek schrijft hij:

“ik ga de makkelijkste en handigste rekenkunde onderwijzen, die men vaak nodig heeft in: erfrecht, nalatenschappen, onderverdeling, rechtspraak en handel, en in al het andere normale menselijke verkeer, of met betrekking tot het graven van grachten, geometrische berekeningen en berekeningen van andere objecten.”

Kortom: voor alles.

Al-Khwarizmi’s wiskunde: 0 en x

En Al-Khwarizmi doet drie dingen: hij importeert het Indiase getalsysteem. De Romeinse of Griekse cijfers zijn alleen maar ingewikkeld zegt hij, maar met het Indiase getalsysteem heb je maar 10 tekens nodig. We gebruiken het tot op de dag van vandaag.

Met dat Indiase getalsysteem is iets bijzonders aan de hand. Er is een teken voor de 0. En dat had geen enkel ander systeem tot dan toe. Want het concept 0 is toch een beetje vreemd. Je kunt het niet delen, je kunt er moeilijk mee rekenen, 0 is natuurlijk niks (en waarom zou je er dan een teken voor hebben). En, de 0 was een beetje spannend. Het niets, de leegte, het zwarte gat: iets om bij weg te blijven (zie bijvoorbeeld deze ‘biografie van het gevaarlijke idee 0’.0.

Al-Khwarizmi doet nog iets. Hij introduceert algebra. En in vergelijking met klassieke rekenkunde introduceert hij dus het rekenen met het concept ‘x’. In plaats van: 2+3=? introduceert Al-Khwarizmi: 2+x=5. Zeker bij complexe sommen is dit een enorme uitkomst.

Maar voor ‘x’ geldt hetzelfde als voor 0: wat is het? Het is onwetendheid, het is iets niet weten. Het is staan in onzekerheid. ‘Nergens voor nodig’, zeggen veel tijdgenoten en zeiden veel culturen (zie mijn vorige blog). Maar Al-Khwarizmi doet het toch.

De filosoof

Met ‘x’ en ‘0’ waagt deze wetenschapper zich op gevaarlijk terrein. Het gevaar van dingen willen weten die misschien wel niet voor je oren bestemd zijn. Maar Al-Khwarizmi gaat de uitdaging aan. Hij wil weten. Hij gaat zoeken. De wiskundige Al-Khwarizmi is filosoof in z’n puurste vorm: iemand met liefde voor de wijsheid.

“The Scientific Revolution has not been a revolution of knowledge. It has been above all a revolution of ignorance.”

Harari, Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid

De onwetendheid van wetenschappers (en waarom dat goed is)

Wetenschappers weten dingen. Maar tegelijkertijd weten vooral wetenschappers dat onwetend zijn. En dat idee moeten ze koesteren.

Stel je bent 7 jaar. En je hebt een moeilijke (filosofische) vraag. Bijvoorbeeld: waar komt de wereld vandaan? Dan stel je die vraag aan (bijvoorbeeld) je vader. Meestal krijg je dan een antwoord dat je weer even gerust stelt.

Maar stel nou dat je 7 jaar bent en in de tijd van vóór de wetenschappelijke revolutie leeft. Dan loopt je vader door naar de pastoor of imam. En als de pastoor of imam zegt: dat weet ik niet, dan gaat je vader weer terug naar huis en dan zegt-ie tegen jou: niet belangrijk.

En daar moet je het dan mee doen.

Kerninzicht

Dit is een kerninzicht om iets te snappen hoe er, de geschiedenis door, vaak gedacht is (voor de wetenschappelijke revolutie): alles wat belangrijk is, is geopenbaard in heilige boeken (Tora, Bijbel, Koran). En alles wat niet geopenbaard is in zo’n heilig boek is dus niet belangrijk om te weten. (want anders was het wel geopenbaard).

Het verklaart voor een deel waarom de wetenschappelijke revolutie ergens zo’n breuk was met voorgaande tijden. In voorgaande tijden werden veel vragen domweg niet (of minder) gesteld. Of in ieder geval niet (of minder) uitgezocht. Want het werd niet gezien als iets dan van belang zou kunnen zijn.

Onwetendheid en nieuwsgierigheid

De wetenschappelijke revolutie ontstond uit onwetendheid en nieuwsgierigheid. En uit de gedachte dat de autoriteit van weleer je eigenlijk niet verder kon helpen. In zijn boek ‘Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid‘ schrijft Harari over drie cruciale stadia in de geschiedenis van de mens: de cognitieve revolutie, de agrarische revolutie en de wetenschappelijke revolutie.

En over die laatste revolutie zegt hij dit:

“The Scientific Revolution has not been a revolution of knowledge. It has been above all a revolution of ignorance.”

Het is een revolutie van onwetendheid. En op onderzoek uit durven gaan. Niet meer de openbaring laten bepalen wat wel en niet belangrijk is, maar zelf uitmaken waar je meer van wilt weten.

Hoe dan?

Boekenkasten zijn er volgeschreven over de ontwikkeling van de wetenschap in Europa. En ook die van andere wetenschapstradities (bijvoorbeeld in China en in de Islamitische wereld). Een blog doet daar nooit helemaal recht aan. Maar je kunt de opkomst van wetenschap in de Islam deels verklaren vanuit de invalshoek van wiskunde en bovenstaand citaat. Dat doe ik in een volgend blog.

Ik sterf dus ik ben

Doodgaan hoort bij het leven. En als je dat vergeet, laat je kansen liggen. De Nederlandse Death Cafés zoeken die kansen op. Want ik sterf, dus ik ben.

Leren leven, leren sterven

Veel filosofie gaat over levenskunst. Leren leven: hoe maak je van het bestaan een mooi, waardevol, interessant geheel? Belangrijk. Veel filosofen zeggen daarbij ook: vergeet niet dat het eindig is, dat leven. Ik sterf dus ik ben.

Heidegger hield eens een lezing over de (on)zin van het leven. Na zijn relaas stond er een man op uit het publiek die zei: maar hoe dan?! (even in mijn woorden). Hoe doe je dat? Wat is de zin, wat is de schoonheid, wat is waardevol en interessant in het leven? En Heidegger zei:

‘loop eens wat vaker over een begraafplaats’.

En jij?

Maar dan wij, moderne mensen in de 21e eeuw. Wij lijken een probleem te hebben met verval, falen, eindigheid en sterven. In de binnensteden van ons land kom je weinig senioren tegen. Ze zitten in oude-mensen-flats, regelmatig op afstand van het centrum (zie mijn eerder blog hierover)

Ik ben 30 jaar en ik heb nog nooit een lijk gezien. Dat is uniek in de wereldgeschiedenis (en zelfs mondiaal kom je het niet vaak zo tegen). Onze cultuur is er goed in geworden om lijden, verval, falen en sterven op een afstand te houden. Alsof het er niet is.

Maar kunnen we dan nog wel goed nadenken over levenskunst?

The 5 regets of the dying

Er was eens een verpleegkundige van mensen in de laatste levensfase uit Groot Brittanië. Zij sprak veel met mensen die op gingen sterven en ze vroeg hen waar ze spijt van hadden in hun leven. Het viel haar op dat mensen steeds een vergelijkbaar antwoord geven: the 5 regrets of the dying. Hieronder staat een plaatje ervan.

5 regrets of dying

Op hun sterfbed komen mensen erachter dat datgene wat ze hun leven lang gedaan hebben, lang niet altijd datgene was wat ze het meest belangrijk vonden. Met andere woorden: hun bezigheden strookten niet met de ideeën die ze hadden over levenskunst. Over mooi leven.

Zonde eigenlijk. Maar dat is waarom Heidegger (en veel andere denkers) zeggen dat je het nog wel eens goed voor je kon zijn om je wat vaker bezig te houden met het feit dat je zult sterven.

Death Café

Doordenken en -praten over je eindigheid. Het kan. Bijvoorbeeld door middel van het Death Café: praten over de dood rond de koffietafel (zonder dat je een probleem hebt!)

Toen ik in Nederland startte met Death Cafés, bleek het een recept te zijn voor steeds weer een bijzondere ervaring. We stellen elkaar de vraag: ‘wat is eigenlijk jouw ervaring met de dood?’ en vervolgens praten we daar een uurtje over door. Over wat we meemaakten (hoe veel of hoe weinig ook), hoe we er op terugkijken, wat we geleerd hebben en wat we (erdoor) belangrijk zijn gaan vinden. Telkens weer hoor ik de meest bijzondere verhalen. Over sterfelijkheid, over eindigheid, over levenskunst.

Stop regretting, start dreaming, zegt de verpleegkundige. Loop eens wat vaker over een begraafplaats zegt Heidegger. Of ga langs bij Stroom Den Haag en praat gewoon eens mee over eindigheid. Meer informatie hier. Als je durft…

Meer weten: ik sterf dus ik ben.

Immanuel Kant in gif

De filosofie van een van de moeilijkste denkers in de geschiedenis: Immanuel Kant. Uitgelegd in Gifjes. Dat maakt het makkelijker.

Stel:
je zit in een treinwagon waarvan de remmen kapot zijn en je dendert een heuvel af.

Opeens zie je een splitsing komen en het enige wat jij kunt doen is kiezen of je rechts of links gaat (je remmen zijn nog steeds kapot):

Rechts op het spoor staan 5 nietsvermoedende mensen en links 2. Welke kant laat je de razende trein opgaan?

Veel mensen zeggen: liever 2 onder de trein dan 5.

Als je dat zegt, ben je een: “utilist” – je wilt het grootste goed voor zoveel mogelijk mensen.

Maar stel dat je niet op de trein zit maar op een brug bent geklommen. Je ziet de trein aan komen razen.

Er staan weer 5 nietsvermoedende mensen op het spoor en er staat een hele dikke meneer naast jou.

Als je hem op het spoor gooit, stort de brug in en worden de 5 mensen niet aangereden

Dus: 1 leven tegen 5. Wat zou je nu doen?

De meeste mensen zeggen: je mag die meneer niet omduwen.

Maar waarom niet? Is de situatie zo anders?

Immanuel Kant (1724-1804) heeft bedacht waarom niet.

Hij zegt: een mens mag je nooit als middel gebruiken voor iets anders.

Een mens is altijd een doel op zich. Kant is een deontoloog.

Denk er maar eens over na als je weer in de trein zit: ben je utilist of deontoloog?

De dag dat jij en ik zondig werden

De zonde – het houdt miljoenen mensen ‘s nachts wakker. Maar ooit werd het uitgevonden, zou je kunnen zeggen. Ook in jouw leven.

Misschien kun je je eerste zonde vast nog wel herinneren. Een snoepje jatten uit de kast van moeder. Of stiekem lang wakker blijven als je eigenlijk al moet slapen. Of erger.

Of je zegt: zonde? Wat maakt iets een zonde? Gaat het hier om echte fouten of om een aangepraat geweten?

Het antwoord op die (filosofische) vraag wordt door verschillende (religieuze) tradities uitgebreid behandeld. Meestal in verhaalvorm. Zoals in dit verhaal:

Adam en Eva…

…woonden in een perfecte tuin en hadden alles wat hun hartje begeerde. Als ze zich maar aan die éne regel hielden: niet eten van de ‘boom van kennis van goed en kwaad’. Lang verhaal kort, ze doen het toch. De eerste zonde ooit. Vanaf nu, suggereert het verhaal, wist de mens niet alleen wat goed was, maar ook wat fout was.

En sindsdien, zegt de christelijke traditie, zondigen mensen continu. Ook kinderen. Ongehoorzaamheid aan mensen of God, daar begint de zonde. En ja, een snoepje jatten hoort daar ook bij.

Er zijn boeken over volgeschreven. Over de mens, de zonde en God. En er is druk over gefilosofeerd, van Augustinus (rond 400) tot Nietzsche (rond 1900). Het idee ontstond dat zonde zò erg is, dat je er misschien wel eeuwig voor zou moeten boeten. In de hel.

Nietzsche en de boom

Maar de filosoof Nietzsche zegt iets anders. We zijn ‘voorbij goed en kwaad’, zegt hij. Want God is dood. En als God dood is, wie vertelt dan nog wat goed en kwaad is? Is een snoepje stelen kwaad? Of hebben we alleen maar last van een (aangepraat) geweten?

Je zou haast kunnen zeggen dat Nietzsche het verhaal van Adam en Eva tot een hoogtepunt brengt. Kennis van goed en kwaad voor de mens, maar dan echt. Want er is niemand anders meer die waarborgt wat goed en kwaad is (God is immers dood?), we moeten het zelf doen.

Adam en Eva (2)

Je kunt het verhaal van Adam en Eva ook anders lezen. Bijvoorbeeld op de manier die in de Joodse traditie voorkomt. Dan gaat het verhaal zo:

Adam en Eva, de eerste mensen staan voor jouw eerste levensjaren. Wat was je gelukkig. Wat had je weinig zorgen. Wat zag de wereld er interessant en boeiend uit. Totdat je dat snoepje stal. Of er gebeurde iets anders vreselijks. Je verloor iemand, je kreeg ruzie, mensen verlieten je.

En sindsdien had je kennis van goed en kwaad. Van het feit dat de wereld er niet zo mooi uitzag als je altijd dacht. Je bent misschien nog steeds bezig om je tot die boom van kennis te verhouden.

Meer

bekijk ook m’n blog: je bent gek als je niet in de hel gelooft

bekijk hier een filmpje over Augustinus’ ideeën over goed en kwaad (6,5 minuut)

Welke godsdienst heeft gelijk? Ontdek het zelf.

Als ik in Bagdad was geboren, was ik moslim. Voor veel mensen is de vraag naar de ‘juiste godsdienst’ belangrijk. Er bestaat een truc om erachter te komen.

De juiste godsdienst

Jodendom, christendom en islam steggelen al eeuwen over wie van hen gelijk heeft. Volstrekt onnodig, volgens een oud verhaal: met een slim trucje kun je zo achterhalen wat de juiste godsdienst is.

De minister van buitenlandse zaken van het islamitische hof in Cordoba, Spanje in 960, was misschien wel de slimste man ter wereld. Het was een jood en zijn naam was Hasdai Ibn Shaprut. Hasdai was een goed diplomaticus, hij zorgde dat de christelijke koningen uit het Noorden van Europa en z’n islamitische baas elkaar niet in de haren vlogen.

En Hasdai ontdekte een nieuw volk:

De Khazaren

Nou is dat op zich al bijzonder (vergelijkbaar met de opwinding over nieuwe landen uit de koloniale tijd), maar als je minister van buitenlandse zaken bent, is het helemaal speciaal. En het gekke was, moest Hasdai bij zichzelf toegeven: hij had nog nooit van het volk gehoord.

Ze woonden in oost Turkije en hadden blijkbaar een wat afgezonderd bestaan. Hasdai wilde het zijne ervan weten.

Hij stuurde een brief naar de koning van het volk, koning Josef, om te weten met wie hij te maken had. Vertel eens, schreef hij, wie zijn jullie, wie zijn jullie voorvaderen en wat geloven jullie eigenlijk?

De familiegeschiedenis van het volk kon koning Josef zo oprakelen. Maar wat de Khazaren geloofden was een ander verhaal, vertelde koning Josef.

Een slimme truc

De geschiedenis door hadden zowel Perzen als Grieken als Islamieten geprobeerd de Khazaren tot hun eigen religie te bekeren. En op een dag was de koning (een voorvader van koning Josef) er zat van. Hij wilde nu wel eens weten wat de echte religie was.

Hij riep de slimste jood, de slimste islamiet en de slimste christen bij elkaar om te bespreken wat de juiste religie was. Het gesprek ontaarde in een eindeloze discussie. De koning kreeg al snel hoofdpijn en stuurde de geleerden naar huis. Tot hij een plan bedacht:

Hij ontbood de drie geleerden weer naar het paleis, maar nam ze nu apart. ‘Zeg eens’, zei hij tegen de christen, ‘als je nou moest kiezen tussen islam en jodendom, wat zou je dan kiezen?’ ‘Het jodendom’, zei de christelijke geleerde. Vervolgens nam de koning de islamitische geleerde apart en vroeg naar zijn keuze tussen het jodendom en christendom. Ook deze geleerde kwam uit bij het jodendom.

De koning wist genoeg. En vanaf dat moment, zo schreef koning Josef aan Hasdai, waren de Khazaren joods.

Bewijs: de maan is van kaas

Geloven dat de maan niet van kaas is, is niet zo moeilijk. Bewijzen dat-ie niet van kaas is, is veel moeilijker. Een blog over kaas en bewijs.

Kaas

Als je beweert dat de maan van kaas is, zullen de meeste mensen dat niet met je eens zijn. Maar als je die mensen zou vragen te bewijzen dat de maan niet van kaas is, dan kunnen ze het nog wel eens moeilijk krijgen. Probeer het zelf maar eens (ook als je wel gelooft dat de maan van kaas is).

Waar je al gauw op uitkomt is: wetenschappers hebben met meetapparatuur onderzocht waar de maan van gemaakt is, en er is nooit gebleken dat deze van kaas is (en al helemaal niet voor 100%). En: er zijn mensen op de maan geweest die niet gezien hebben dat-ie van kaas is, dus het is op z’n minst onwaarschijnlijk.

Verder zou je nog kunnen bedenken dat kaas langzamerhand vergaat (maar ook in de ruimte?) of dat kaas misschien een vreemde geur zou verspreiden (ook in de ruimte?). Maar dan houdt het wel op.

Bewijs-lastig

Waar het om gaat is dit: we nemen veel dingen voor waar aan, zonder dat we zelf, individueel kunnen bewijzen dat het zo is. Technisch kan ik niet bewijzen dat de maan niet van kaas is. Ik kan het aannemelijk maken op basis van waarneming (hij vergaat niet) of op basis van autoriteit (de wetenschappers). Maar bewijzen wordt lastig.

Er zijn meer redenen waarom zoveel van onze overtuigingen lastig te bewijzen zijn:

  • Het is onzeker of je je zintuigen altijd kunt vertrouwen. Mensen die LSD gebruiken zeggen echt andere dingen te zien dan jij en ik. En we weten allemaal dat meerdere getuigen van een gebeurtenis hele verschillende dingen zien. Lees bijvoorbeeld het onderstaande:

echt

  • Het is eigenlijk al moeilijk aan te tonen of je droomt of niet. Heb jij een doorslaggevend bewijs dat je niet droomt, of een brein op sterk water bent, die denkt allerlei ervaringen en indrukken te hebben, maar het niet echt heeft? Zie ook hier:

droom

  • De wereld is absurd. Als je een aantal basale dingen niet zou kunnen geloven, kun je bijna niet meer leven. Dingen die je als vanzelfsprekend beschouwd zijn daarom niet alleen feiten, maar ook factoren zijn die je bestaan zin geven. Als de maan van kaas blijkt te zijn (en je hebt het nooit geweten), dan is de aarde misschien van chocola en word je al jaren bedrogen door je vriend(in). Sommige dingen zijn te bizar om te kunnen geloven (in de middeleeuwen was dit het geloof in een ronde aarde, lees het verhaal hier).